Je beleving van de stad hangt af van de eigenschappen en betekenissen die je waarneemt. Dat werd naar voren gebracht tijdens een recente lezingenreeks over de relatie tussen psychologie en architectuur aan de TU Delft. Dit terwijl je als stadsplanner toch vooral op het hart wordt gedrukt dat in eerste instantie de fysieke omgeving bepalend is voor het gedrag van de mensen daar. Zeker, stedenexperts roepen al jaren dat een stad ook karakter heeft, als persoon kan worden bekeken. Maar wat schiet je daarmee op in de dagelijkse beleidspraktijk en waarop moet een stadsbestuur zich dan precies richten?
Je beleving van de stad hangt af van de eigenschappen en betekenissen die je waarneemt. Dat werd naar voren gebracht tijdens een recente lezingenreeks over de relatie tussen psychologie en architectuur aan de TU Delft. Dit terwijl je als stadsplanner toch vooral op het hart wordt gedrukt dat in eerste instantie de fysieke omgeving bepalend is voor het gedrag van de mensen daar. Zeker, stedenexperts roepen al jaren dat een stad ook karakter heeft, als persoon kan worden bekeken. Maar wat schiet je daarmee op in de dagelijkse beleidspraktijk en waarop moet een stadsbestuur zich dan precies richten?
Wie vijftig jaar geleden zei dat zijn organisatie diensten aanbood,
werd voor gek verklaard. Honderd jaar lang lag de focus op industrie, de
productie van tastbare goederen. Vijftig jaar later is er niemand meer die
durft te zeggen dat diensten geen toegevoegde waarde hebben. Nu is
de tijd van de volgende stap aangebroken: we gaan hard op weg van een
diensteneconomie naar een belevingseconomie. De echte toegevoegde
waarde is de beleving aan het worden die de ontvanger – een klant, een
inwoner, en toerist – ervaart. De belangrijkste basismaterialen in de
hedendaagse samenleving zijn dus verhalen die de informatie voor ons
vertalen in toegankelijke, emotionele begrippen.
Stadvensters
Het bestuur van een stad is continu bezig om die ene, unieke stad
succesvol te laten zijn en blijven. Deze opgave vraagt om handig
meeschakelen met de huidige kanteling van een hiërarchische
samenleving (piramide) naar een netwerksamenleving (pannenkoek):
een samenleving 3.0. Cocreatie en zelforganisatie zijn vandaag de
dag veelgehoorde sleutelbegrippen. Onderscheidend aanbod en
(ambachtelijke) kwaliteit zijn daarmee onlosmakelijk verbonden.
Je zou binnen deze nieuwe eigentijdse context zinvol naar de
hedendaagse (netwerk)stad kunnen kijken en met die stad om kunnen
gaan. Steden zijn echter snel geneigd om met elkaar de strijd aan te
gaan om de vier B’s: bewoners, bedrijven, bezoekers en bollebozen.
Daarbij is het verleidelijk om een hip wensbeeld te benoemen en dat in
marketingcampagnes uit te dragen.
Dat wringt. Het ‘echte’ imago, zoals de mensen een stad werkelijk
beleven, ligt namelijk op het kruispunt van vier vensters die wij
dagelijks gebruiken. Deze vensters bieden samen het beeld van de
gebiedsidentiteit. Het gaat hier om de belevingswereld (cultuur,
erfgoed en recreatie), de leefwereld (economie, mensen en educatie),
de ruimtelijke wereld (gebouwen en plekken) en de beleidswereld
(bestuurders en experts). Bij de belevingswereld staat als drijvende
kracht inspiratie centraal, bij de leefwereld kennis en vaardigheid, bij de
ruimtelijke wereld consultatie en bij de beleidswereld ambitie.
Op naar een robuuste(re) stad
Beleving van een gebied of stad hangt dus sterk af van het venster
waardoor je kijkt. De beleving van steden is daarom vaak een subjectieve,
persoonlijke ervaring. Stedelijke denkers als Florida, Jacobs en Lynch
verstrekken bestuurders en beleidsmakers al sinds jaar en dag de
brandstof voor het debat over hun stad. Deze denkers bieden bestuurders
en experts tips en trucs voor het verbeteren van de creatiekracht van
een stad.
Vanuit snelle resultaatsdrang wordt echter vaak een stadvisie ingezet
die in de mode is, maar niet veel anders is dan beleidsmatig bordkarton.
Het zicht op en begrip voor de samenhang tussen de achterliggende
spanningsvelden wordt hier bij de uitvoering snel uit het oog verloren. Het
expliciet maken van deze spanningsvelden levert naast meer inzicht ook
meteen de centrale vragen op die eigenlijk aan de voorkant van iedere
beleidskeuze per stad een concrete antwoord verdienen.
Bij deze spanningsvelden gaat het om:
• Mobiliteit versus geworteldheid. Gaat het meer om mobiliteit van
mensen of is het geworteld zijn op een bepaalde plek juist belangrijk?
• Beeld versus werkelijkheid. Wordt het bestuurlijk debat niet te veel op
basis van een vertekend beeld van het stadsleven gevoerd?
• Sturing versus facilitering. Waar ligt voor het stadsbestuur een
gezonde balans tussen sturen en faciliteren?
• Karaoke versus karakter. Is het beter om zich te laten leiden door best
practices uit onvergelijkbare steden in plaats van voort te bouwen op
het eigen stadskarakter?
De kunst is om niet alleen per venster een antwoord te geven.
Dat is namelijk de werkwijze zoals experts die gewend zijn. In de
zoektocht naar wat nu precies het succes en de mislukking van een
stad bepaalt, lijkt de graal verborgen te zitten in een slim samenspel
tussen de spanningsvelden die uiteenlopende stadsvensters oproepen.
Het stadsbestuur is in lijn van deze benadering te zien als de
onderhoudsmonteur van de stadsbiografie. Die biografie is de stille motor
van de stadsbeleving en de brandstof wordt gevormd door de werkelijk
geleefde en beleefde gebiedsidentiteit.
De waarde van een platform vol verhalen
Aan de hand van het werkmodel de robuuste stad zijn praktische
handvaten te ontdekken voor de zoektocht naar een robuuste stad. De
wezenlijke opgave voor een stadsbestuur bestaat uit het herkennen
en erkennen van die programmalijnen waar vanwege de dynamiek van
de stadsidentiteit behoefte aan is. Waarbij steeds in het achterhoofd
moet worden gehouden dat een model een prettig hulpmiddel is om een
scherpere blik te ontwikkelen maar dat een model tegelijkertijd ook een
bad vol piranha’s is voor mooie en inspirerende verhalen.
Door de grote verhalen van de beleidswereld slim te combineren met
de leef- en belevingswereld van mensen komen logische oplossingen
tot stand die bijdragen aan het behouden en verbeteren van de
gebiedswaarde van de ruimtelijke wereld. De kleine verhalen over het
(dagelijks) wonen, werken en leven van mensen in hun omgeving zijn
hierbij het vertrekpunt.
Door als bestuurder en expert in gesprek te raken en te blijven over
specifieke plekken door middel van de bijbehorende verhalen kan beter
begrepen worden waarom en hoe die plekken zijn zoals ze zijn. Op die
manier is het beter voorstelbaar om de lijnen van de meest wenselijke
toekomstige ontwikkeling vanuit andere casestudies te ontdekken.
Verkennen, samenvoegen en versmelten van bouwstenen en verhalen tot
de werkelijke en beleefde gebiedsidentiteit dient voorop te staan. Bij deze
werkwijze past een dynamisch platform met verhalen, levendig gehouden
door inwoners, betrokken en experts. if then is now is zo’n platform.
Een levende stadsbiografie beleven
Het platform if then is now biedt interactieve aanknopingspunten voor
de ontdekkingsreis naar identiteit en biedt bijbehorende diensten. Het
concept en de concrete toepassingen van if then is now sluiten naadloos
aan op de hedendaagse interactieve dynamiek van identiteitsvorming
en geeft veel ruimte voor deelnemende burgers, (culturele) organisaties,
ondernemers en stadsbestuur om te experimenteren. De inspiratie en
interpretatie van het pallet aan verhalen zal inzicht opleveren in de
richting waarop een stad zich beweegt. Zo kan door het stadsbestuur
vanuit een samen geleefde en beleefde identiteit met alle betrokkenen
toekomstgericht worden gewerkt aan een valuecase voor een robuuste
stad.
Door te beginnen bij de stadsidentiteit en het daarbij behorende imago
komen namelijk toerisme, erfgoed en cultuurbeleving tot leven. if then is
now kan dienen als katalysator en noodzakelijke brandstof van de sociale
en ruimtelijke toekomst van een stad. Ambtelijke experts en bewoners
kunnen bijvoorbeeld de citypage als digitale ontmoetingsplek gebruiken
om samen een bruikbaar stadsverhaal te maken en te verfijnen in logische
denkbeelden voor het ruimtelijk vervolgproces en citymarketing.
Door aan de hand van het stadsverhaal verbindingen te maken tussen
erfgoed, toerisme, opleidingsbehoefte en planologie blijven beleid en
praktijk elkaar continu ontmoeten. Een succesvolle stad lijkt een omgeving
te zijn die inwoners en bezoekers verbindt en betrekt. Een stad die de
bijzonderheid van iedere plek toont en die koppelt aan de gezamenlijke
verhalen en geschiedenis. Een stad met een stadsbiografie die leeft en
beleefd wordt.
Auteur: Roel Slabbers is zelfstandig beleidsadviseur erfgoed en omgeving bij Rosetta beleidsadvies (rjslabbers@yahoo.com).