De WOZ-waarde is de basis voor verschillende lokale heffingen zoals de onroerende-zaakbelastingen (OZB), rioolheffingen en waterschapsheffingen. Daarnaast heeft de WOZ-waarde ook invloed op bijvoorbeeld de afschrijvingsmogelijk-heden. De belastingtarieven tussen gemeenten variëren enorm. Een museum met een WOZ-waarde van 500.000 euro kan in de ene gemeente 350 euro OZB per jaar verschuldigd zijn, terwijl in een andere gemeente de OZB 3.500 euro bedraagt. En dit met een gebouw met dezelfde WOZ-waarde. Voor het vaststellen van de WOZ-waarde zijn twee grondslagen. De eerste is de waarde in het economische verkeer. Dit is een marktwaarde benadering, min of meer vergelijkbaar met bijvoorbeeld de verkoopwaarde. De tweede grondslag is de gecorrigeerde vervangingswaarde. Dit is een echte bouwkostenbenadering. Voor de WOZ geldt vervolgens de hoogste van de twee en voor de meeste musea, theaters en andere podia betekent dit dat de gecorrigeerde vervangingswaarde geldt. Voor sommige gebouwen, bijvoorbeeld Rijksmonumenten, blijft echter de waarde in het economische verkeer gelden. Dit is allemaal geregeld in de Wet WOZ. Het vaststellen van de WOZ-waarde van culturele gebouwen is specialistenwerk. Over veel aspecten in de waardering kan discussie bestaan. Dit betekent dat er in veel gevallen grote mogelijkheden zijn om aanzienlijke verminderingen te bereiken op de belastingen. Het succesvol aanvechten van de WOZ-waarde is hierbij essentieel.
Enkele voorbeelden van discussiepunten in de waardering.
De routing binnen het museum is slecht en onduidelijk. Wat is hiervan de invloed op de waarde van het gebouw? Er is sprake van lekkage of een te lage luchtvochtigheid binnen het gebouw. Hierdoor wordt het museum in haar mogelijkheden beperkt, omdat lang niet alle bruikleengevers toestemming willen geven. Wat is hiervan de invloed op de exploitatie-mogelijkheden van het museum en hiermee op de waarde van het gebouw? Voor de waardering van theaters en poppodia kunnen aspecten als de zaalgrootte, aantal stoelen, grootte van het toneel of de publieksruimten invloed hebben op de WOZ-waarde. Drevast Bouw en Waarderingen heeft zich hierin gespecialiseerd. Vanwege de grote successen die Drevast voor verschillende musea en theaters heeft behaald hebben de Museumvereniging, de Vereniging van Schouwburg- en Concertgebouwdirecties (VSCD) en de Vereniging voor Nederlandse Poppodia en Festivals (VNPF) raamovereenkomsten met Drevast gesloten, waar-van alle leden die dat willen kunnen profiteren.
Als gevolg van de contra-expertises van Drevast Bouw en Waarderingen in de afgelopen vier jaar bespaart de culturele sector structureel 600.000 euro per jaar. Voor ongeveer 70% van de culturele instellingen die zich tot Drevast wenden, worden verminderingen op de OZB behaald. Dit betekent dat in al deze gevallen de WOZ-waarden door de gemeenten te hoog waren vastgesteld. Om de rechten voor het aanvechten van de WOZ-waarde veilig te stellen moet binnen zes weken na dagtekening van de aanslag actie worden ondernomen. De meeste gemeenten in Nederland hebben de nieuwe aanslagen verstuurd met de dagtekening van 28 februari 2010. Dit betekent dat vrijdag 9 april a.s. de uiterste datum voor het insturen van een bezwaar was.
