Selecteer een pagina

Visite cultuur: Kinderkunst en een eeuwenoud fossiel

Algemeen
In Rotterdam verrees dit voorjaar Villa Zebra, de eerste en enige kinderkunsthal in Nederland. Het gebouw staat in het kloppend hart van cultureel Rotterdam, aan het Museumpark, en vlak bij de kunsthal voor volwassenen, waar het behalve de naam overigens niets mee te maken heeft.


Het initiatief voor Villa Zebra is genomen door Jet Manrho die in 1988 Stichting Autoped op richtte. Deze stichting organiseerde en ondersteunde jarenlang kunst- en literatuurprojecten voor kinderen, met als bekendste activiteit de uitgave van het kinderkunstblad BoekieBoekie. Deze ervaringen en de kunstcollectie die de stichting door de jaren heen heeft opgebouwd vormt de basis voor de kunsthal. Ongelukkig genoeg is een groot deel van de collectie van Stichting Autoped dit voorjaar in vlammen opgegaan.
Villa Zebra heeft de ambitie zich in vijf jaar voor het Rotterdamse culturele leven volkomen onmisbaar te maken. Het richt zich daarbij niet alleen op beeldende kunst, maar ook op andere disciplines, zoals theater en literatuur, en mikt, als stedelijk podium, op zoveel mogelijk samenwerkingsverbanden met andere instellingen voor culturele activiteiten voor kinderen.

Villa Zebra is al vanaf mei toegankelijk, hoewel de officile opening pas eind september zal zijn. Op een zaterdag begin september neem ik twee doelgroepers (11 en 8 jaar) mee naar Rotterdam, genthousiasmeerd door berichten op de webside als: Er is veel te ontdekken in Villa Zebra. [] In de Dwaalzaal, Peinzigt, de Beeldentuin, de kindergalerie en de parkzaal zijn het hele jaar tentoonstellingen te zien. Dat willen wij wel meemaken.
Het gebouw in het Museumpark ziet er vooral erg gesloten uit. Een grote desolate asfaltvlakte scheidt ons van de rode voorgevel, en de tijdelijke bouwunits waaruit het gebouw is opgetrokken geeft het een industrieel karakter. Als we bij de kassa aankomen, blijken we maar half geld te hoeven betalen. De kunsthal is wel open, maar eigenlijk ook niet, want er zijn op dit moment geen speciale activiteiten. Heel Rotterdam is waarschijnlijk van deze situatie op de hoogte, want wij zijn zowat de enige bezoekers.
Een grote tentoonstelling met het werk van de kinderboekentekenaar Eric Carle (Rupsje Nooitgenoeg) is zojuist afgebroken en wij bekijken op de hellingbaan waar onze tocht door het gebouw mee begint nog wat laatste posters, boekcovers en een wolk van ingekleurde Carle-vlinderkleurplaten. De permanente tentoonstelling bestaat uit een ratjetoe van objecten waarvan het verband me ontgaat. Er zijn originele tekeningen uit Nederlandse kinderboeken, er is een hengelspelletje met vissenpozie, er is een heksenbezemkast en een bloempottenpoppenkast… Het enige interactieve kunstwerk is kapot. De objecten doen denken aan de rekwisieten en het decor van een toneelstuk, die zonder de aanwezigheid van het publiek, de juiste belichting en de handelingen van de acteurs, hun betekenis verliezen.
Maar er is ook liefdevol en zorgvuldig tentoongestelde kinderkunst: de resultaten van de vele activiteiten die de villa organiseert. Ik kreeg zin om uitgebreid te kijken, maar aan de kinderen die ik bij me had was het totaal niet besteed. Zij kennen de tekeningen en knutsels van andere kinderen al: daar hangt hun hele school mee vol. In de korte tijd die ik had om de vitrines te bekijken kreeg ik de indruk dat de activiteiten de hoogste artistieke kwaliteiten hadden aangeboord bij de deelnemende kinderen. Voor hen is het natuurlijk ontzettend leuk dat hun werk in een echt museum komt te hangen, maar wij hadden voor het bekijken van de vaste tentoonstelling aan een ruim half uur genoeg.

Op aanraden van de caissire van de hal bezochten we daarom het nabijgelegen natuurmuseum. Hier een klassieke opstelling met vele opgezette dieren en skeletten. Bij toegang kregen we voor vijftig cent een speurtocht aangeboden. Een grijzig tweezijdig a-4 kopietje en een half opgeslepen stukje potlood. De kinderen konden niet blijer gemaakt worden. Vol overgave stortten ze zich op de opgaven. De vlinderkasten hadden, in al hun negentiende-eeuwse statigheid, de juiste magie, en aan het eind van de speurtocht leverden het skelet en de opgezette penis van een potvis de grootste attractie en het antwoord op de laatste vraag. Bij de kassa werd de lijst zorgvuldig nagekeken op fouten, en toen die er niet bleken te zijn kregen de kinderen tot hun opperste tevredenheid als beloning een fossiel van 45.000 jaar oud.

Om kinderen te boeien met een tentoonstelling is het zaak ze een blik op een andere wereld te geven, in plaats van ze een spiegel voor te houden. Als een tentoonstelling te veel op de knien gaat liggen, blijft er voor de kinderen weinig uitdaging over. De sterke kant van de kinderkunsthal ligt duidelijk in het organiseren van activiteiten. Een tentoonstelling maken is iets van een heel andere orde, wat niet automatisch uit tien jaar ervaring met kinderactiviteiten voortvloeit.

Auteur: Esther Polak – epolak@dds.nl
468

Reactie verzenden

Share This