Selecteer een pagina

Visite cultuur: Museum Simon van Gijn

Spoken op zolder?

Algemeen
Het stadje Dordrecht heeft een rijke historie. Dat blijkt meteen als je een rondje loopt door de kleine, in de bocht van Maas en Merwede gesitueerde binnenstad. Dit zou het decor van een historiespel kunnen zijn. De fijne huisjes zijn in al hun beschaafde zeventiende-eeuwse pracht bijna truttig te noemen. Op de achtergrond stroomt echter de weidse rivier, de bron van deze historische rijkdom en die geeft de juiste grootsheid aan het stadje.


Met de straffe rivierbries is voelbaar hoe in de Gouden Eeuw de rijkdom de stad inwoei; je ziet het binnenvaren van de schepen voor je. Dit doet mij eens te meer beseffen hoe zeer het Amsterdamse Centraalstation, als barrire tussen het centrum en de haven, het historische beeld van de hoofdstad schade doet. Maar vandaag ben ik in Dordrecht met Marijn van bijna zes en samen kunnen we hier van een rondvaart genieten en een rondje lopen door de stad. We proberen ons voor te stellen hoe het leven geweest is in vroeger eeuwen. Hier bouwden de zeventiende-eeuwse patricirs hun herenhuizen, die tot in de twintigste eeuw groots werden bewoond, compleet met bedienden in wit gesteven kleding. Om de sfeer van zon woning te proeven gaan wij op bezoek bij het museum aan huis Simon van Gijn dat in oktober 2001 na een grondige restauratie weer open is gegaan.
Het pand werd in 1864 gekocht door de bankier Simon van Gijn, die er tot zijn dood in 1922 heeft gewoond. Het huis werd door hem gekoesterd. Hij heeft gedurende zijn leven verschillende kamers verbouwd en ingericht in de op dat moment gangbare neostijlen: Lodewijk XIV met classicistische elementen en de Hollandse renaissancestijl. Ook kocht hij onderdelen van bestaande kamers in Dordrecht die in de interieurs werden opgenomen. Verder was hij een verwoed verzamelaar van historische objecten, glaswerk, scheepsmodellen, keramiek en curiosa. Ook stelde hij een historische atlas samen die uit meer dan 25.000 prenten bestond. Huis en de inboedel liet hij na aan de mede door hemzelf opgerichte vereniging Oud-Dordrecht, met de verplichting het huis zoveel mogelijk in de oude staat te bewaren en open te stellen voor het publiek. Sinds zijn dood in 1922 is Museum van Gijn dan ook toegankelijk geweest.
Met de renovatie is een poging gedaan het huis op te frissen en het oorspronkelijker en toegankelijker te maken voor de hedendaagse bezoeker. Hierbij heeft men gebruik kunnen maken van interieurfotos uit het begin van de twintigste eeuw. De geschiedenis van het huis en haar collectie, die ook de collectie van de vereniging Oud Dordrecht bevat, is niet zo simpel aan de bezoeker uit te leggen. Als wij, via een naastgelegen pand, de toegangsruimte van het huis betreden, krijgen wij een uitgebreid, maar toch ook beknopt (gratis) boekje mee om ons enigszins wegwijs te maken. Voor deze oplossing is gekozen om geen storende tekstbordjes in het huis aan te hoeven brengen. Voor kinderen is er een audiotour die wordt geprobeerd door Marijn.
We lopen het huis binnen via de bijkeuken, ik met mijn boekje en Marijn met zijn audiotour. Voor hem zijn er de stemmen van de geacteerde bewoners van het huis meneer Van Gijn zelf, de huishoudster en dienstmaagd die de geschiedenis van de kamers en zijn bewoners vertellen in korte hoorspelen. Voor Marijn is het het spannendst om te proberen de beschreven route te volgen, die op een vanzelfsprekende manier in de tekst is opgenomen. Gelukkig volgt mijn boekje dezelfde route zodat ik hem af en toe subtiel kan bijsturen, zonder dat hij het gevoel verliest de leiding te hebben. Wij bevinden ons ieder in een eigen wereld: Marijn met zijn koptelefoon en ik met mijn boekje.
Een van de redenen om met Marijn naar dit museum te gaan is de speelgoedcollectie, waarover ik op de webside heb gelezen. Wij nemen een kleine trap naar boven en komen op een donkere, spannende zolder terecht. Zon zolder met oud speelgoed geeft altijd ook een beetje een griezelfilmgevoel. Ik geloof niet dat Marijn dit oppikt, maar voor mij is het hier creepy: een glazen draaimolen met poppen en zachte kermismuziek, poppen met starende ogen, winkeltjes met onbegrijpelijke koopwaar, toneeltjes zonder acteurs, toverlantaarnplaatjes… Voor Marijn was het misschien jammer dat er geen hoekje was om ergens zelf mee te spelen, maar dat past duidelijk niet in het concept van deze opstelling. Aan de grote hype van de interactiviteit is in dit museum voorbij gegaan, maar dat is ook wel een verademing. De vele objecten, in combinatie met het boekje, geven al meer dan genoeg activiteit.
Uit onze ooghoek zien wij opeens iets wits bewegen tussen de hanenbalken. Een spook? Een verdwaald stuk wasgoed? Het is een zeilscheepje dat heen en weer vaart tussen de oost- en westnok van het huis. Toch een klein stukje elektronica in deze opstelling… en misschien wel gestuurd door een speelgoedcomputer.

Auteur: Esther Polak – epolak@dds.nl
468

Reactie verzenden

Share This