Om de vraag te beantwoorden hoe de VPRO er in 2020 voorstaat, en wat er verandert, is het absoluut noodzakelijk te bezien wat hetzelfde moet blijven. Wat is de VPRO eigenlijk? De simpelste manier om dat uit te drukken is dat de VPRO een club van makers is die een smaakgemeenschap bedienen met een – in onze ogen – belangrijk doel: mensen prikkelen, aan het denken zetten, experimenteren, de andere kant laten zien. Onze verhalen mogen grappig zijn of tragisch, analytisch of op gevoel, maar nooit eendimensionaal of afgezaagd. Het mag ‘scoren’, maar daar is het niet om te doen. We willen impact, ons publiek in alle opzichten bereiken.
Maar mensen zijn over een aantal jaren anders te benaderen dan vandaag de dag. TV, radio, internetsites en de VPRO Gids zijn nu de belangrijkste media. We bedienen al lang geavanceerde platforms als 3VOOR12 en HollandDoc, en bedenken totaalconcepten als De Beagle. We maken veel voor het mobieltje. Maar de komende jaren komen daar de nodige uitlaadkleppen bij. Mobiel, games, sociale netwerken, gameconsoles en e-readers zijn nu al in opmars, maar virtual en augmented reality (google maar eens!), grote evenementen en heel afgewogen en nog complexere digitale community’s komen daar ongetwijfeld bij.
We moeten het nooit overdrijven. De komende jaren blijven de traditionele media nog groot. Maar deze alternatieve distributie- en interactiemethoden worden steeds belangrijker. Zeker als we minder willen omroepen en steeds vaker willen discussiëren. De VPRO is een organisator van waarde en we hebben de plicht daar te zijn waar ons publiek is. Daar wordt hard aan gewerkt. Want op veel plekken een rol spelen, is de enige manier om relevant te blijven in een wereld waar mediaconsumptie steeds vluchtiger wordt. Herkenbaarheid, innovatie en aanwezigheid in de culturele wereld zijn daarvoor van cruciaal belang.
Moeten we daar anders voor gaan werken? Ja en nee. Dat andere platforms relevanter worden, moet deel van het brein van de maker worden. Er moeten (om maar eens wat modewoorden te gebruiken) crossmediale en interactieve concepten worden bedacht en met veel gevoel voor de doelgroep worden uitgewerkt. Misschien verdwijnen de termen ‘tv’, ‘radio’, ‘gids’ en ‘site’ wel uit het vocabulaire. Maar aan goede verhalen en concepten blijft tot 2020 behoefte, of het nu in video, audio of tekst is. En laten we daar nu best goed in zijn…
