Selecteer een pagina

Waarom hebben wij geen museum voor energie?

Column Camiel Overgaauw

Algemeen
De Sultan, de ziener
Qaboos Bin Said. Weet u nog wie dat is? Het is de naam van Sultan van Oman, alleenheerser van de kleine oliestaat, die de afgelopen maanden zo nadrukkelijk in het nieuws was. De sultan is niet onomstreden. Toch lijkt de man om meerdere reden iemand met visie.

Of de sultan van Oman een dictator is of niet, kan ik niet goed beoordelen. Er is weliswaar geen serieuze oppositie, maar het welvaartsniveau van de bevolking is goed. Meer dan 40% van alle vrouwen heeft een betaalde baan en Qabus bin Said stimuleert bovendien niet alleen emancipatie, maar ook culturele innovatie en duurzaamheid. Zijn laatste aanwinst is het EcOman Centre in de hoofdstad Muscat. Een gloednieuw en inspirerend museum over duurzame energie. Met de realisatie ervan wil de sultan bezoekers bewust maken van de eindigheid van olie en gas. Ooit droogt zijn belangrijkste inkomstenbron op, dus genoeg reden om na te denken over alternatieven. Opmerkelijk detail is dat de sultan de opdracht voor het ontwerp, bouw en realisatie van het museum gunde aan een consortium van uitsluitend Nederlandse ontwerpers en architecten (de broers Jelle en Peter van der Toorn en de bureaus Bruns, Northern Light en Van Rossum Bouwkunde).

Waarom hebben wij in Nederland eigenlijk niet iets soortgelijks? We hebben toch ook een Bijbelmuseum, een ­Stripmuseum en een Tassenmuseum? Noem het onder­­werp op en het is hier. Maar aan een inspirerend platform voor duurzame ­energie, toch een mondiaal topic, ontbreekt het vooralsnog. Het Science Center Nemo in Amsterdam komt nog het dichtst in de buurt. 

Hoe langer ik erover nadenk, des te meer raak ik overtuigd van het bestaansrecht ervan. Een volwaardig museum dat permanente exposities verzorgt over duurzame energie: windenergie, zonne-energie, blue energy (stroom uit zoet-zout water), getijdenenergie, golfslagenergie, elektrisch rijden, etc. Een onderzoeks- en kennisinstituut, dat samenwerkt met de beste technische universiteiten en het bedrijfsleven. Met veel ruimte voor internationale congressen en seminars. Enkele jaren geleden is er een voorstel geweest om zoiets te vestigen op de Pier van Scheveningen. Wat een briljant idee en wat is daar toch mee gebeurd! Een power station op zee met wind, veel zon en golfslag lijkt mij ideaal als toeristische trekpleister.

 

Geldgebrek houdt verdere ­ontwikkeling tegen, terwijl onze industrie er toch naar is. De investeringsbudgetten van de oliemaatschappijen stijgen dit jaar wereldwijd met 12-15% tot een recordhoogte van $ 490 miljard. Nederlandse multinationals zoals Shell, bodemonderzoeker Fugro, de NAM, de Gasunie en leveranciers zoals Nuon, Essent, Eneco en talloze andere spinnen er garen bij. Qua ­verdienmodel zou een dergelijke attractie kunnen overleven op inkomsten uit ticketing en sponsoring. Dus zonder structurele subsidie, zoals de Hermitage dat nu doet in Amsterdam.

Kortom, we hebben de ontwerpers, de kennis en de bedrijven (potentiële sponsors) al in huis. De aandacht van media en publiek voor duurzame energie is eindelijk daar en zal in de toekomst ­alleen maar groeien. En Den Haag? Dat kan volgens mij nog wel een goed idee voor de Pier gebruiken. Zelden lagen vraag en aanbod zo dicht bij elkaar. Wie pakt de handschoen op? 

Auteur: Camiel Overgaauw
Referenties:  
468

Reactie verzenden

Share This