Selecteer een pagina

Web 2.0 een sociaal fenomeen

Algemeen
De term Web 2.0 beschrijft het volgens de believers nieuwe stadium waarin het Internet en het World Wide Web zich momenteel bevindt. De hype die rond dit begrip hangt, de snelheid waarmee het ingang vond, en de vele, vaak sterk uiteenlopende invullingen ervan, nopen in elk geval tot enige terughoudendheid. Het is bijvoorbeeld nog te vroeg om te stellen dat we inderdaad met een rele transformatie van het World Wide Web te maken hebben. Toch is Web 2.0, indien we de term zorgvuldig hanteren, een zinvol en uiterst bruikbaar concept, dat in de eerste plaats staat voor een generatie webtoepassingen waarin nieuwe vormen van sociale innovatie en netwerkvorming mogelijk worden, en vooral: waarin de gebruiker een belangrijke, zelfs centrale rol speelt. Hierdoor is Web 2.0 in de eerste plaats een sociaal fenomeen, eerder dan een louter technologische vernieuwing.


En van de cruciale drijfveren van Web 2.0 is inderdaad het gegeven dat gebruikers steeds actiever kunnen omgaan met digitale inhoud. Ze worden met andere woorden zowel consument als producent van inhoud (de zgn. User Generated Content, door sommige stemmen op het web wat overdreven Authentic media gedoopt). De mogelijkheden om zelf te creren, te publiceren, te verbinden en te delen met medegebruikers worden op dit moment reeds gebruikt door vele miljoenen bezoekers van web 2.0-applicaties. Het succes is zichtbaar in het succes van weblogs (personal publishing platformen die o.m. burgerjournalistiek mogelijk maken) en social networking applicaties zoals het uiterst populaire MySpace (http://myspace.com). Andere toepassingen, zoals Flickr en Youtube (http://flickr.com, http://youtube.com) richten zich dan weer op het verzamelen en aanbieden van multimedia-inhoud.
Tenslotte zijn er ook nog de bottom-up media platformen zoals de online encyclopedie Wikipedia (http://wikipedia.org) of de ICT-nieuws aggregator Digg (http://digg.com), waarbij de leden zelf bepalen welke berichten nieuwswaarde hebben.
Zonder overdrijven kan worden gesteld dat de inhoud van veel Web 2.0 toepassingen geheel door de gebruikers wordt gemaakt. Ze bieden stuk voor stuk een rijke en zeer diverse inhoudelijke laag, gaande van multimediaal materiaal tot meningen, discussies en kritieken. Deze laag vormt op zijn beurt een belangrijke (noodzakelijke) attractiepool voor nieuwe bezoekers.

Ondertussen heeft ook heel wat culturele content zijn weg gevonden naar de hierboven genoemde toepassingen. Een korte zoektocht doorheen het aanbod maakt dit meteen duidelijk. Bovendien hebben in het zog van de bekende voorbeelden, enkele kleinere culturele Web 2.0-toepassingen de wind in de zeilen. Een markant voorbeeld is de boekensite Librarything (http://librarything.com). Op Librarything beschikt elke gebruiker over een virtuele boekenplank waarin een catalogus van de persoonlijke bibliotheek kan worden bijgehouden. Omdat Librarything speurt in bestaande online databanken (zoals die van Amazon.com en tal van bibliotheken) kunt u deze informatie zeer snel en nauwkeurig toevoegen. Indien u dit wenst, kunnen andere bezoekers uw collectie bekijken (en omgekeerd). Op basis van de literaire voorkeuren van de gebruikers is het systeem in staat om boeken te suggereren of gebruikers in contact te brengen met lezers met gelijkaardige boekencollecties (culturele buren). Achterliggend idee is het gegeven dat mensen met dezelfde boeken ook dezelfde interesses en smaak delen. Librarything heeft op dit moment 112000 leden, die samen bijna 8 miljoen boeken in hun bezit hebben, waarvan ongeveer anderhalf miljoen unieke titels. Er zijn ook tal van virtuele leesgroepen.
Een toepassing die zowat hetzelfde doet, maar dan voor muziek, is last.fm (http://last.fm) Last.fm maakt voor elke gebruiker geleidelijk aan een muzikaal profiel, dit op basis van het luistergedrag op computer en Ipod. Ook hier kunt u de smaak van andere gebruikers verkennen en zo verwante, nieuwe muziek leren kennen, of luisteren naar tal van gepersonaliseerde radiozenders. Mooi meegenomen voor de bouwers van dergelijke toepassingen is het gegeven dat er op deze sites wel heel veel kennis ontstaat over het culturele smaakpatroon van de bezoekers, met legio mogelijkheden voor gepersonaliseerde marketing.

Maar dit zijn nieuwe spelers in het culturele veld. Binnen de gevestigde culturele wereld heeft Web 2.0 nog geen brokken gemaakt. De grote interesse voor het fenomeen blijkt in elk geval uit de vele aanwezigen uit de sector op lezingen en workshops over het onderwerp. Toch hebben chte Web 2.0-toepassingen tot nog toe het licht nog niet gezien.
En voor het zover is, zullen in elk geval nog een aantal belangrijke bestaande hordes genomen moeten worden. Zijn culturele instellingen bereid om in een open arena het debat aan te gaan met de cultuurparticipant? Zijn ze klaar voor een nieuwe (hybride) manier voor het beschrijven van culturele objecten? De meeste websites maken gebruik van tags, vrije associaties die met een afbeelding, video of iets anders worden verbonden en die vaak haaks staan op de taxonomische beschrijvingen van specialisten. Zijn ze bereid tot samenwerken met andere instellingen, of met bestaande Web 2.0-toepassingen om de kritische massa van gebruikers te verwerven die voor dit soort toepassingen broodnodig is? Zullen ze in staat zijn de moeilijke hordes te nemen op het vlak van copyright en privacy? In elk geval bieden Web 2.0-toepassingen heel wat mogelijkheden voor cultuurparticipatie en culturele vernieuwing. Het zou jammer zijn mochten culturele instellingen hier in de nabije toekomst geen gebruik van maken.

Auteur: Kristof Michiels onderzoeker bij IBBT-SMIT aan de Vrije Universiteit Brussel kristof.michiels@vub.ac.be
468

Reactie verzenden

Share This