Selecteer een pagina

Websitevormgeving goedkoop of duurkoop?

Algemeen
Als medium en als term raakt internet steeds meer op de achtergrond. Communicatie en IT komen als term weer terug en waar vroeger internet werd bedoeld, wordt nu hooguit gerept van system integration en interactieve en online communicatie. De tijd van het maken van corporate online brochures is voorbij; er wordt steeds meer energie gestoken in interactiviteit en communicatie.


Nederlanders weten steeds nuttiger gebruik te maken van de mogelijkheden van het internet. Er wordt meer online gekocht en geboekt dan ooit, wat bijvoorbeeld valt af te lezen aan het grote succes van lowbudget carriers, zoals Ryanair en EasyJet. Het lijkt dus langzamerhand tijd voor het maken van intelligente applicaties die gebruik maken van internet. Connectibility en customer intimacy, dat is waar het om draait. Connectibility zorgt voor lagere kosten door efficiencyverhoging; customer intimacy zorgt voor betere service en meer afzet, maar vooral voor betere marges en lagere relaties.
Als je als internetbouwer niet meegaat in deze vergrote complexiteit dan wordt je een site-bakker en wordt de marge steeds kleiner. Er zijn immers voldoende gratis systemen waarmee iedereen mooie sites kan bouwen.
Kwaliteit kost geld, ook als het om vormgeving van de website gaat. MMNieuws sprak onder andere hierover met Martijn Arts van ZaPPWeRK, een bureau dat sinds 1996 actief is op dit gebied. Zo werkte ZaPPWeRK zowel voor culturele als educatieve organisaties als de Stichting Museumkaart, het Amsterdams Uit Buro, KB (Geheugen van Nederland) en het projectbureau Belvedere.

Als we het culturele veld overzien, welke positie neemt ZaPPWeRK daarin in?
Martijn Arts: Wij werken binnen de nieuwe multimediacultuur. Voorheen was Nederland wereldberoemd binnen multimediacultuurland met partijen als V2 en de Waag. De Digitale Stad was bijvoorbeeld een echt pioniersproject dat Nederland aantrekkelijk maakte op dit gebied. De betrokken partijen en ondernemingen werkten aan vernieuwende en cultureel getinte trajecten en leefden voornamelijk van subsidies. Inmiddels drogen de subsidies rondom internet op en zijn instellingen niet meer alleen genteresseerd in high-tech maar ook in toegankelijkheid. De culturele sector wil nog wel vernieuwing, maar ook gewoon praktisch nut. Op dit moment probeert ZaPPWeRK binnen een moeilijke markt op een commercile wijze toch te komen tot innovatie op gebied van ICT. Daar waar het kan, vallen we terug op subsidie, maar in principe komt de financiering van de instellingen zelf.

Wat zijn de belangrijkste trends geweest de laatste vijf jaar?
Trends zijn de volgende:
Steeds meer specialisatie (er zijn nu veel verschillende soorten internetbureaus).
Er is steeds meer expertise nodig. We werken nu met Object Oriented Programming experts en chte grafisch ontwerpers, die ook een huisstijl kunnen ontwerpen. De tijd van de generalisten is voor grote klanten voorbij.
Klanten worden wijzer. De experts uit failliete of krimpende internetondernemingen gingen naar onze huidige opdrachtgevers. Die wisten vervolgens steeds beter wat ze wilden hebben.
Eerst was de IT afdeling de klant, later de communicatieafdeling, en nu steeds vaker de stafafdeling. Internet neemt dus ook een andere rol in binnen ondernemingen.
De hype is over, dotcoms, games en design zijn de laatste twee-en-een-half jaar minder gewild.
Steeds meer intranets en systeemintegraties.
Internetsites krijgen interactieve user interfaces en geen statische grafische plaatjes als front-end.
De opdrachten binnen de internetwereld worden groter (van 3.500 in 1996 tot de grootste in 2003 van 350.000, honderd keer zo veel dus!).

Wat zijn de belangrijkste fouten die culturele instellingen steeds weer maken?
Gemaakte fouten zijn:
Appels met peren vergelijken.
Niet helder formuleren wat je wil.
Techniek als t moeilijk zien en daarmee niet meer logisch keuzes maken.
Door drukte en hectiek afgeleid worden van strategie en consequente communicatie.
Geen lange termijn relaties aangaan met leveranciers, daardoor soms verspilling.
Te weinig gebruiken wat er al is (bij partners). Het wiel wordt vaak opnieuw uitgevonden.

Op welke manier verkrijgen jullie de informatie die jullie nodig hebben en waar hebben jullie bij een briefing het meest behoefte aan?
We hebben het meest aan een goed communicatieplan van een museum/instelling of een tentoonstelling. Verder is een helder overzicht van de technische infrastructuur belangrijk. Tot slot zou een programma van eisen de gewenste functionaliteit moeten beschrijven. We krijgen van musea meestal geen gedegen briefing, van organisaties in andere sectoren steeds vaker wel.

Adviseren jullie instellingen ook over het traject na opleveren van een website? En wat zijn de meest voorkomende problemen (after sales, back office, respons verwerking)?
We proberen altijd een lange termijn-relatie op te bouwen. Een website is ook niet opeens af. Na afronding van een project volgt uiteraard advies en onderhoud. Vaak zie je dat de zaak na een snelle oplevering vertraagt, met gebrekkige redactionele aandacht en onderhoudsachterstand als gevolg. Ook wordt tijdens het project vaak snel een nieuwe stap gepland, die daarna op de lange baan wordt geschoven. Het vasthouden van goede ideen, principes en doelstellingen wordt soms door ad hoc beslissingen doorkruist. Zo krijg je verschillende online uitingen die niet mooi met elkaar te combineren zijn.

Wat is jullie visie op de functie van een website voor een culturele instelling? Welke kennis hebben jullie op dat gebied specifiek en met wie krijgen jullie binnen instellingen te maken?
Over het algemeen met de afdeling communicatie. Die afdeling zou meer moeten samenwerken met de conservator en de IT-afdeling als het gaat om internet. Dat zijn helaas nog vaak gescheiden afdelingen. ZaPPWeRK is voor de zogenaamde transparante organisatie. Zorg ervoor dat processen en datasystemen online op een mooie manier inzichtelijk gemaakt worden. Praat op je website niet over de collectie, maar laat die gewoon zien. De website zou niet alleen voorlichtend moeten zijn, maar ook interactief. Ook zouden intranet en internet gentegreerd moeten zijn.
De afdeling communicatie zou zich alleen moeten bezighouden met de communicatieve waarde van de website en de doelgroepen waarop deze gericht is, en de andere afdelingen kunnen hun eigen doelen stellen en proberen te realiseren. De rol van de educatieve medewerker wordt hierbij overigens steeds belangrijker.

Wat kost (globaal) een goede website, compleet met database en interactief deel, voor een groot en een middelgroot museum, en wat kost het ontwikkelen van een webwinkel (techniek en ontwerp)?
ZaPPWeRK maakt websites en -applicaties vanaf 3.500 tot en met 350.000 euro. De kosten voor een website voor een middelgroot museum zou wat mij betreft tussen 25.000 en 60.000 euro moeten zijn. Voor een groot museum zou de ambitie hoger moeten liggen en zijn er vaak ook meer systeemkoppelingen te maken met collectiebeheersystemen. De kosten voor de website van een groot museum zou tussen 60.000 en 150.000 euro moeten liggen. Een webwinkel hoeft helemaal niet veel geld te kosten en er kan veel gebruik gemaakt worden van open source zaken. Zo kan zon website vrijwel gratis worden aangeboden.
De kosten van een webwinkel zijn afhankelijk zijn van de technische opbouw van de gebruikte systemen. ZaPPWeRK overweegt het investeren (met andere financiers) in het ontwikkelen van een generiek stuk software, speciaal voor de culturele branche, zodat musea zelf een webwinkel kunnen inrichten. Voordeel is dat kostbare en tijdverslindende zaken zoals distributie en dergelijke gedeeld worden. Tevens kan centraal een cht interessante webwinkel worden geopend, bestaande uit alle de-centrale, kleine webwinkels.
ZaPPWeRK wordt binnen de culturele sector als niet goedkoop ervaren, zo horen we, maar ook zeker niet als de duurste. Vreemd is dat we in de educatieve branche als gemiddeld tot voordelig worden waargenomen en bij de grote commercile bedrijven en overheidsinstellingen als goedkoop. Binnen de culturele sector verschillen de aanbiedingen vaak enorm, veel meer dan in andere sectoren. Dat komt volgens mij doordat binnen die sector veel meer enthousiastelingen, eenmanszaken en kleine creatieve bedrijven werken en werk krijgen. In andere sectoren komen vaak alleen de grote bedrijven aan de bak, met als negatief voorbeeld de centrale overheid. De culturele sector vormt echter het andere uiterste: daar worden kleine bedrijven soms uitgekozen voor complex en professioneel werk waartoe ze niet in staat zijn.

Wat zie je als de belangrijkste trends in nieuwe media/internet en de culturele sector, en waar ligt voor deze instellingen de uitdaging?
De verwachte trends binnen de culturele sector zijn volgens mij: steeds meer aandacht voor cultuur en erfgoed in het algemeen. Dit als tegenwerkende kracht tegen de globalisering en Europese eenwording.
Verder:
Steeds meer samenwerking tussen culturele instellingen, eerst alleen in Nederland, later ook Europees. Nu is Europa nog bedreigend voor de Nederlandse culturele sector.
Steeds professionelere communicatieplannen en strategien van musea.
Communicatie wordt over steeds meer kanalen gegooid. De uitdaging ligt in het stellen van een duidelijke strategie en daarbij blijven. De samenwerking, uitgaven en ontwikkelingen moeten helder geformuleerd zijn, in het licht van de heldere strategie. Een deltaplan voor de digitalisering is volgens mij niet specifiek gewenst, maar wel gewenst zijn netwerkbijeenkomsten, met als doel een
brancheorganisatie te creren met een ICT platform.

Auteur: Menno Heling
468

Reactie verzenden

Share This