Selecteer een pagina

Wegwezen (6)

Column Giep Hagoort

Algemeen
Even naar Bordeaux, waar het onderwerp creatieve regio’s op de onderzoeksagenda stond. Collega’s van de Businessschool daar waren en zijn al geruime tijd bezig om via het concept van de creatieve regio een synergie tot stand te brengen tussen de culturele sector, kunstenaars en de wijnboeren uit de omgeving. Ze hadden mij gevraagd een inleiding te houden over definities, achtergronden en de plaats van de creatieve regio’s in de creatieve industrie.

Mijn collega’s daar hadden reeds enig onderzoek gedaan naar mogelijke vormen van samenwerking om de synergie tot ontwikkeling te brengen. De reden van het verzoek aan mij om een inleiding te houden lag in mijn bemoeienis met de regio Deventer/Salland, die wij in 2006 tot creatieve voorbeeldregio hadden gebombardeerd. Daar hadden we de volgende argumenten voor.
 
De gemeente Deventer heeft een actieve relatie ontwikkeld met haar ommeland waartoe ook het platte-landsgebied Salland behoort. Stedelingen en plattelanders ontmoeten elkaar om plannen te maken die door de gemeente worden ondersteund. Ten tweede: de kunst- en cultuursector is nauw verbonden met dit platte-landsbeleid. Kunstenaars en het kunstencentrum Kunstenlab spelen daarin een belangrijke rol met producten als kunstroutes en beelden in het landschap. Ten derde: er is een gemeenschappelijk gevoel van gebieds-identiteit en er bestaat een culturele en economische samenhang. Met steun van de provincie Overijssel hebben we deze benadering op schrift kunnen stellen (waarvan indertijd MMNieuws nog verslag heeft gedaan). Met deze benadering kon ik in Bordeaux goed uit de voeten en men trok er de conclusie dat het idee van de creatieve regio naar meer smaakte. Zo kwam het plan naar voren om het plaatselijk museum een dominante rol te laten vervullen in de onderlinge relaties. Probleem in de grote steden van Frankrijk is dat de musea worden aangestuurd door de centrale regering in Parijs en dat hetmanagement veel minder zelfstandig is dan in Nederland. 
 
Toch zag men mogelijkheden om via de aanpak van cultureel ondernemerschap enige beweging in gang te zetten. Kunstenaars vertelden vervolgens over hun samenwerking met wijnboeren. Dit betrof zowel het verkrijgen van locaties om beeldende kunst tentoon te stellen als het realiseren van theatervoorstellingen in de kastelen van de wijnboeren. Wat ik zelf als nieuwe kennis mee naar huis nam was de alertheid van de culturele instellingen wat cultuurtoerisme betreft. Nu ligt dit misschien ook wel erg voor de hand met de middeleeuwse stad Bordeaux, het schitterend landschap en de wereldvermaarde Bordeauxwijnen, maar ook in Nederland kan mijns inziens veel meer gebeuren in de regio. En daarmee kom ik op een algemeen probleem: in Nederland hebben we de regio als creatieve kracht lang niet serieus genomen. Met alle aandacht voor het cultuurbeleid van de grote steden, de idee dat kunst en creativiteit alleen maar kunnen gedijen in metropolen en een Raad voor Cultuur die lang heeft vastgehouden aan het idee dat in de regio geen culturele innovaties konden ontstaan is de regio flink op achterstand gezet. De kentering kwam zo’n vijf jaar geleden door de creatieve kracht van regionale festivals met een internationale uitstraling (Oerol, Zwarte Cross, Pinkpop), de expressie van regionale initiatieven als de Karavaan in Noord-Holland en meer in het algemeen door de verbetering van de culturele banden tussen stad en platteland (zie ook de reeks nieuwe romans en films over dit onderwerp).
Maar we zijn er nog lang niet.

Willen creatieve regio’s uitgroeien tot een algemeen aanvaard en werkzaam concept, dan zullen cultuurweten-schappers hun paradigma’s moeten bijstellen en zich werkelijk moeten verdiepen in de regionale cultuur. Niet alleen als folklore maar ook en vooral als bron van culturele vitaliteit. Ook de beleidsmakers, met name op het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) moeten zich bevrijden van het idee dat innovaties alleen in centrale topgebieden kunnen plaatsvinden. Juist door de kleinschaligheid en flexibiliteit in de regio kan alert worden gereageerd op nieuwe kansen, met name wat creativiteit en duurzaamheid betreft. Probleem is dat ook de creatieve industrie zich heeft laten opsluiten in het stramien van de centrale topgebieden van EL&I-minister Verhagen. De betrokken koepels en woordvoerders van de creatieve industrie lijken voorlopig de moed niet te hebben om aan dat stramien te ontsnappen.

Auteur: Giep Hagoort is cultureel ondernemer en hoogleraar en lector kunst en economie aan respectievelijk de Universiteit Utrecht en de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (giep.hagoort@ke.hku.nl).
Referenties:  
468

Reactie verzenden

Share This