Selecteer een pagina

Wie alles doet, doet niets goed

Algemeen
Tot zijn niet geringe verbazing ontbrak in de erfenis van zijn voorganger een publieksonderzoek, dat Henk Scholten iets kon vertellen over de afkomst en het vrijetijds gedrag van het Utrechtse (theater)publiek.


De 0 meting wordt inmiddels verricht. Intussen heeft ook het gemeentebestuur kennis gemaakt met de koers van de nieuwe schouwburgdirecteur.

In het eerste jaar waarin hij verantwoordelijkheid draagt voor de programmering van de Stadsschouwburg Utrecht bracht Scholten het pretpakket (voorstellingen met een hoog amusementsgehalte) met 40 avonden terug. Inkomstenderving: 4 ton. De risicovoorstellingen die hij ervoor in de plaats liet komen, kosten de gemeenschap nog eens 4 ton.

Het credo van Scholten: kiezen voor kleur. Als je alles doet, doe je niets goed. Scholten wat moeten wij nou met muziek, met
Vredenburg om de hoek; en het Beatrix Theater lijkt mij ook ruim voldoende musical zag zijn voorstel aanvaard door het college van B en W. De eerste 2,5 ton zijn binnen. Nu het rijk en de sponsors nog.

Om je te kunnen profileren moet je keuzes maken. Kijkend naar onze positie zie ik een markt voor een meer prestigieuze programmering, internationaler, en voor co-producties. Amusement moet je commercieel kunnen aanbieden. Een prettige bijkomstigheid is natuurlijk dat in het Utrechtse Centrum Plan wordt voorzien in een Luxor (Rotterdam, red.)-achtig theater. Voor amusement, inderdaad.

Hoe goed kent de directeur zijn publiek?
Een verschil met Terneuzen, waar ik van 87 tot 92 theaterdirecteur was, is dat ik daar iedereen van naam kende; in een plaatselijk huisaanhuiskrantje ben ik eens uitgeroepen tot Man van het Jaar. Nu zie ik op een zaal van 1.000 mensen soms niet n bekend gezicht. Vijftig procent van ons publiek komt uit Zeist en Bilthoven, ja, daar wonen de beter gesitueerden. In mijn visie heeft een theater een hechte relatie met de stad. Utrecht bestaat voor 15 tot 20% uit studenten en evenveel zon tienduizend ingezetenen zijn Turks, Marokkaans, Antilliaans of Surinaams en er is hier een grote groep Spanjaarden. Onze opdracht is hoe we de kinderen van de eerste generatie allochtonen naar binnen halen. Jongeren, autochtoon en allochtoon, zijn een belangrijke doelgroep.

Kengetallen over de culturele herkomst van het publiek dat de schouwburg daadwerkelijk bezoekt, heeft Scholten niet, en die zullen er onder zijn leiding ook niet komen. Wij stellen die vraag in ons publieksonderzoek niet. Ik vind hem irrelevant. Na de aardbeving in Turkije hadden we hier twee voorstellingen van Turkse groepen. Beide keren zat de zaal vol Turken. Door een gerichte programmering en door contact met de gemeenschap haal je die mensen hiernaar toe. Hetzelfde gaat op voor jongeren. Bij Rapido zaten er zes- tot zevenhonderd kids in de zaal. Op andere momenten zijn ze met geen stok naar binnen te slaan.

Van u hoeven we geen sandwich met een multi-culti programma te verwachten.
Het is goed om in een stad podia te hebben die zich van elkaar onderscheiden. In onze stad is Rasa een goed voorbeeld van een podium voor niet-westerse cultuur. Het risico daarvan is dat het andere podia een alibi geeft om niks toe te voegen. Dat is ook niet gezond. Maar laten we het alsjeblieft normaal gaan vinden dat er bij een voorstelling van wijk C alleen mensen uit wijk C komen. Dat is de ene kant; en de andere kant is de vermenging. Door iets te doen voor de mensen uit wijk C, krijg ik ze binnen en ik hoop daarna nog eens.

De staatssecretaris looft hoge beloningen uit voor initiatieven voor allochtonen.
Ik ben meer genteresseerd in hoe Van der Ploeg denkt de financile relatie met de podia te verbeteren. Die hebben immers veel meer greep op het publiek dan de gezelschappen.

Wat voegt de Utrechtse schouwburg, behalve met een serie voorstellingen, toe?
Nu nog te weinig. Tussen 9 en 20 uur gebeurt hier niets. Dat wil ik veranderen. Bijvoorbeeld door een theatercaf met een dagfunctie. En met lunchpauze-achtige activiteiten. Ik wil meer leven in de brouwerij. Er zijn hier jaarlijks zon 400 voorstellingen, waarvan een kwart tot 35% in de voorverkoop al uitverkoopt. Dus kan ik mijn energie richten op de 30 tot 40 voorstellingen in de Blauwe Zaal. En opera, dat is hier ook nog knokken.

Al iets gemerkt van nieuwe trends in het Utrechtse uitgaansleven?
Discotheken. Daarvan lijken er wel steeds meer te komen. Verder zou ik het niet weten. Nee, Utrecht is geen trendy horeca stad.

Auteur: Ron de Haan
468

Reactie verzenden

Share This