Stel je voor dat banken niet meer het monopolie hebben op geldcreatie. Dat we zelf geld maken en dat besteden aan transacties die we belangrijk vinden. Edgar Kampers van adviesbureau Qoin kan zich dat prima voorstellen, sterker nog hij adviseert en begeleidt projecten waar geld gecreëerd wordt. Zelf noemt hij het community currencies: gemeenschapsgeld, ook wel alternatief of complementair geld genoemd. Al twintig jaar heeft hij ervaring met het ontwikkelen, testen en invoeren van deze geldstelsels voor groepen.
Edgars verhaal over community currencies is een onafgebroken
woordenstroom. Hij geeft toe dat hij over dit thema gemakkelijk een
dag kan vullen. Door jarenlange studie, ‘leren, leren, leren’ en praktische
ervaring heeft hij zich de complexe materie eigen gemaakt. Naar buiten
toe is het verhaal simpel: als je een community kunt mobiliseren en je
hebt een duidelijk doel, kan gemeenschapsgeld substantieel helpen om
dat doel dichterbij te brengen. Gemeenschapsgeld kan zich verheugen in
veel belangstelling en aandacht – “we kunnen de hele dag wel zenden”
zegt Edgar daarover – maar de grote, succesvolle en langlopende
projecten zijn nog steeds schaars. De uitgangspunten zijn wel eenvoudig
maar het draaien en in de lucht houden van een gemeenschapsgeldstelsel
is een hele kunst.
Beloning voor gewenst gedrag
Rob en Edgar hadden experimenteerdrang en dachten na over stelsels
met meer en sterkere partners, bijvoorbeeld overheden, instellingen
en bedrijven. Voor die partners kan gemeenschapsgeld bijdragen aan
beleidsdoelen en omzetverhoging. Dit type geld kan namelijk worden
gebruikt als beloning voor gewenst bedrag. Edgar noemt het Rotterdamse
voorbeeld van de NU-pas, een initiatief van de gemeente met partners
als Roteb (afvalinzameling) en plaatselijke winkeliers. Gewenst (groen)
gedrag zoals afvalscheiding en recycling werd beloond met NU-punten.
Rotterdammers konden die punten inwisselen voor een bezoekje aan de
bioscoop, dierentuin of museum, ze konden er een cursus mee betalen
of bepaalde producten kopen. Een voorbeeld met sociale doelen is de
Makkie in Amsterdam. In de Indische buurt kunnen bewoners Makkies
verdienen door hulpdiensten uit te voeren. Organisaties op het gebied
van wonen, welzijn, zorg en leefbaarheid vragen hulp en bewoners
bieden zich aan. Elk uur vrijwilligerswerk wordt beloond met een Makkie.
Het gaat veelal om vrijwilligerswerk waarvoor de vrijwilligers zich niet
spontaan aanbieden. De Makkies kunnen worden besteed aan kinderoppas
en huiswerkhulp en ook aan boodschappen en sporttraining. Tegelijk
bevordert het project de onderlinge contacten: bewoners voelen zich weer
eigenaar van hun wijk en verantwoordelijk voor de leefbaarheid.
Een nieuw project van Qoin is gericht op ondernemers. “Banken
zijn opgedroogd als bron voor werkkapitaal”, legt Edgar uit. “Ze zijn in
theorie wel geïnteresseerd in het MKB maar kunnen in de praktijk weinig
aan bedrijfskredieten verdienen.” Zo ontstond TradeQoin, een netwerk
van bedrijven, dat bestaat uit relatief gesloten gemeenschappen die
zelf bepalen wie erbij komt, wie erin zit en wie eruit gaat. De bedrijven
kopen onderling producten en diensten van elkaar en betalen die met
TradeQoins. Edgar licht toe: “Als bedrijven op die manier tussen de
tien en vijfentwintig procent extra omzet halen, is dat goed voor hun
productiviteit en voor de werkgelegenheid. Eigenlijk geven ze elkaar
leverancierskrediet. Daarom is het belangrijk dat de deelnemende
bedrijven kwalitatief goed zijn en hun aanbod concurrerend is. Daarop
sturen en begeleiden wij. Het blijft wel een open economie.”
Bewustzijn
Edgar ziet community currencies als een belangrijke hefboom voor
maatschappelijke vernieuwing. Transacties in gemeenschapsgeld zijn
niet anoniem en onpersoonlijk maar gebaseerd op wederkerigheid. Dat
is in veel gevallen efficiënter en goedkoper maar ook een werkwijze
die warmte uitstraalt en uitgaat van het bouwen van liefdevolle relaties
en netwerken. Gemeenschapsgeld is democratisch en toegankelijk. De
mensen die een stelsel opzetten en inrichten, doen dat met een duidelijk
doel en een maatschappijvisie. De mensen die meedoen kunnen zonder
drempel of overtuiging, vrijblijvend instappen. “De doelgroep hoeft het
bewustzijn niet te hebben”, zegt Edgar. “Ze kunnen meedoen vanuit
allerlei motivaties en, al doende, eventueel opschuiven van gedrag naar
een bewustere houding en meer kennis over de effecten van hun gedrag.”
Gaat het gemeenschapsgeld de euro-economie vervangen? Edgar meent
dat verschillende geldsystemen uitstekend naast elkaar kunnen bestaan en
dat binnen en buiten de euro-economie strategisch gedrag mogelijk is. Zo
kun je euro’s ‘supernuttig’ inzetten zodat het geld zolang mogelijk binnen
een gemeenschap circuleert en zoveel mogelijk mensen betrekt. Ook kun
je ernaar streven om geld zoveel mogelijk in de eigen gemeenschap te
besteden en de omloopsnelheid te verhogen. “Allemaal manieren om geld in
te zetten voor doelen die jij als gebruiker belangrijk vindt.”
Marianne Dagevos is als actief als projectmanager,
projectontwikkelaar, tekstschrijver en producent
van communicatieve materialen (www.marcada.nl).
Na haar master Interreligieuze Spiritualiteitsstudies
in 2009 werkt zij nu aan haar promotie over
ondernemerschap.
Auteur: Tekst: Marianne Dagevos Marianne Dagevos is als actief als projectmanager, projectontwikkelaar, tekstschrijver en producent van communicatieve materialen (www.marcada.nl).